
Huize Willum
    "Ballen" die van beesten houden
Wat onwennig staan we met drie slungelige studenten en een oud-bewoner in de gang van Huize Willum, temidden van kratten bier, permanente kerstversiering, kabels, posters en hondenvoerbakken.
Aan één van de muren prijkt een indrukwekkend houten bord, met daarop een koperen plaatje voor elke student die zijn studietijd in dit oord heeft gesleten. Als een soort stamboom vermeldt het bord de namen van meer dan vijfendertig spruiten sinds de oprichting van dit onderkomen in 1976, exclusief de huidige bewoners en inclusief de hond Willum I. Zelfs de officiële bijnamen worden vermeld. Een grote familie, die trouw één keer in de twee jaar een gezamenlijk kerstdiner houdt, dat, voor de lieve vrede in de buurt, voortaan buitenshuis zal plaatsvinden.
Een foto toont ons één van de 
    recentere samenzijns, in december 2000. Uitgedost in zwart pak, of jacquet, 
    met de Huize Willumdas en soms ook het vest lijkt het een verzameling belangrijke 
    heren en jongens, zo niet corpsballen van het eerste uur.
    
 
    
    Fonz(Daan), Djeems(Thijs),
    Edje(Gijs), Kelly(Wesley) en Mona(Stijn)
Corpsballen
    Als we de jongens bekijken die er nu rondlopen, dan valt het wel mee met dat 
    imago. Neem nou Thijs van der Schoot, die zou je zo ook als actief lid bij 
    de milieubeweging onderbrengen.
    
    
    Quirijn (Bud)
    
    Quirijn, die de titel draagt van huisoudste stelt: "Leden van het studentencorps 
    lopen er tegenwoordig juist een beetje brak en slonzig bij." Hij zelf 
    in ieder geval niet, met zijn deftige naam, zijn gestreepte overhemd, en zijn 
    golvende haren. We worden ontvangen in de voorkamer op de benedenverdieping, 
    die tevens dienst doet als gemeenschappelijke ruimte en volledig beantwoordt 
    aan het stereotiep van een studentenkamer met veel zooi. 
Souvenirs van frequente cafébezoeken, als 
    beeldjes, pullen, asbakken en borden met allerlei teksten sieren de ruimte. 
    Gelukkig hebben ze niet van tevoren opgeruimd, daar waren we even bang voor. 
    Vanaf de straat hebben we de jaren dat we hier wonen menig tafereel in deze 
    ruimte mogen aanschouwen, hetgeen ruimschoots heeft bijgedragen aan onze beeldvorming 
    over dit roemruchte studentenhuis (Eén van de dertien huizen die berucht 
    zijn in de stad, zo vertelde een kenner ons). 
  
Bijnamen
    Ex-bewoner Ortwin Fixe (Pheuter) heeft het bezoek gearrangeerd en we mogen 
    alles vragen wat we willen. Onmiddellijk willen we opheldering over de bijnamen.
    
    
    Pablow(Douwe), Bud, Pheuter(Ortwin) en Djeems(Thijs)
    
    Quirijn (Bud): "Voor elke nieuwe bewoner komt er gaandeweg een geschikte 
    bijnaam naar boven drijven. Dat ontstaat vanzelf als je iemand beter leert 
    kennen." Binnen de Huize Willum-familie ga je voor eeuwig onder deze 
    naam door het leven. Klinkende namen als Bud, Djeems, Eitje, Pheuter, Kokkie, 
    Oom Wigbold, Mallie, Bianca passeren de revue. 
  
Commissariaten
    Al snel ontvouwt zich ook een heel ander gezicht van Huize Willum. Een huis 
    dat functioneert als een gelikte organisatie, waar alle klussen zijn verdeeld 
    over commissariaten als "Bier", "Hond", "Black Jack", 
    "de Bus" ("het Oost-Duitse stinkdier dat we van het leger hebben 
    gekocht"). Zo moet de commissaris Hond met Willum naar de dierenarts 
    als hij ziek is. De commissaris Bier onderhoudt de contacten met de leverancier 
    van dit vocht, die in een busje, met de opdruk: "Studentenservice" 
    de kratten Heineken voor de deur aflevert. 

En dan hebben we het nog niet over de kooklijsten, de eetlijsten, de bierlijsten. Overal is over nagedacht en het loopt als een trein. Quirijn (Bud) moet als huisoudste toezien op het naleven van de vele regels en het eventueel uitdelen van sancties. Verder garanderen de maandelijkse huisvergaderingen, waar alles recht voor zijn raap wordt uitgesproken, dat de meeste problemen snel uit de lucht zijn.
Een student die een puinhoop van zijn leven maakt, 
    elke morgen in zijn nest blijft liggen omdat hij de avond ervoor teveel heeft 
    gezopen en met de pet gooit naar zijn studie aan Hogeschool of Universiteit, 
    kan een serieus onderhoud met Pheuter, of één van de andere 
    oudere huisgenoten, verwachten. "Wij willen alleen bewoners die hun studie 
    afmaken en bereid zijn daarvoor te werken, anders moeten ze het huis uit." 
    De eeuwige student bestaat niet meer in deze tijd, constateren we. Daar zorgt 
    het huidige studiefinancieringssysteem wel voor. Dit werkt door in het soort 
    student, dat hier nu huist. Het bevestigt onze indruk dat de grote overlast 
    vooral uit het verleden stamt. Maar of de buren daar ook zo over denken? Hannie 
    Koolhof, de buur van twee huizen verder en ervaringsdeskundige van het eerste 
    uur: "Vroeger was het bij de wilde beesten af. Ik kan er wel een boek 
    over schrijven. Nu is de overlast inderdaad verminderd. De huidige student 
    heeft minder tijd en minder geld. Maar we durven nog steeds niet met Oud en 
    Nieuw weg te gaan. Voor je het weet staat de boel in brand."
  
Heropvoeding
    Op je achttiende, net onder je moeders vleugels vandaan, kun je hier dus rekenen 
    op een stevige heropvoeding. Quirijn weet zelf als de beste hoe belangrijk 
    dat is. Als eerstejaars meende hij ook alleen maar te moeten leven voor de 
    lol, eindelijk vrijheid blijheid, maar zijn oudere huisbewoners wisten hem 
    voor zijn ondergang te behoeden. Het systeem waar de oudsten de jongsten corrigeren, 
    draagt bij aan de karaktervorming en het werkt, zo blijkt. Iets wat wanhopige 
    ouders, docenten en mentoren niet meer voor elkaar krijgen lukt hier soms 
    wel. Toch niet zo gek, dat Huize Willum. Je zou bijna je eigen zoon een dergelijk 
    studentennest toewensen, als die tenminste wordt aangenomen.
  
Nieuwe bewoners
    Het aannemen van nieuwe bewoners verloopt volgens een vast protocol. Er is 
    plaats voor acht jongens. Vier jongens worden gerekruteerd van het Utrechtse 
    Studentencorps (USV) en vier van Unitas (USR). Men neemt alleen maar eerstejaars 
    in huis: "Die zijn nog te kneden", licht Ortwin (Pheuter) toe. Tijdens 
    de ontgroening gaan de bewoners op zoek naar nieuwe "feuten". Serieuze 
    kandidaten worden voorgeleid voor een kritisch panel, bestaande uit alle bewoners. 
    De regels en voorwaarden worden hen meteen aan het verstand gepeuterd. Zo 
    moet je van beesten houden en niet alleen maar de beest willen uithangen. 
    Je moet een echt groepsmens zijn, bereid zijn een flinke portie taken op je 
    te nemen en beseffen dat je toetreedt tot een hechte familie waarmee je een 
    band aangaat voor het leven. Maar dan krijg je er ook iets zeldzaams voor 
    terug. Quirijn: "Huize Willum is niet te vergelijken met vele andere 
    studentenhuizen in de stad, waar de bewoners hun eigen afgezonderde leventje 
    leiden. Natuurlijk ken ik ook niet alle huizen, maar bij ons is dat uitgesloten." 
    In een plenaire vergadering wordt op democratische wijze een keuze gemaakt 
    uit de beschikbare kandidaten.
    De nieuwelingen hebben het in het begin zwaar te verduren. De vervelende klussen 
    rusten op hun schouders. Thijs van der Schoot (Djeems) nog niet zo lang jongste 
    af: "Op straffe van een geldboete dient de telefoon, vóór 
    dat hij drie keer is overgegaan, te worden opgenomen. 
Zij moeten het vuilnis verzamelen en buiten zetten, de eetlijst uitrekenen en er op toezien dat er altijd voldoende bier koud staat." Verder zijn ze nog wel eens slachtoffer van ludieke grappen, die doen denken aan ontgroeningrituelen. Bijvoorbeeld midden in de nacht je bed uit worden getimmerd om voor de anderen een spiegelei te gaan bakken. Ach, ze worden vanzelf jongste af, dus rechtvaardig is het wel.
Clan
    Door de jaren hebben de studenten van Huize Willum zich ontwikkeld tot een 
    familie met een hechte bloedband, zo klinkt het ons in de oren. Voor elke 
    bewoner, die het redt, is zijn netwerkbedje gespreid. Zijn lidmaatschap kan 
    hij bij wijze van spreken later op zijn CV vermelden. Zijn oudere familieleden 
    die her en der verspreid zitten in de topbanenmarkt zullen hem van de nodige 
    zetjes en handige kruiwagens voorzien, als dat zo uit komt. Van een afstand 
    houden de ex-Willums als Paters Familias het wel en wee van hun kroost nauwlettend 
    in de gaten, coachen de huisoudste bij zijn zware taak. Je zou niet geloven 
    dat dat nog bestaat. Een echte clan.
Willem I
    Het heeft op de een of andere manier alles met Willum 1 te maken, de hond 
    die in 1983 werd verwekt en als pup zijn intrede deed in het huis. Of het 
    huis naar de hond is vernoemd, of de hond naar het huis, dat weet men zelf 
    niet eens. Zijn vader was een golden retriever en zijn moeder een herder. 
  
 
    
"De Daad" is vastgelegd op foto, en vormt de basis van het logo dat Huize Willum sindsdien voert in de kleuren rood en geel. "Weinig honden zijn zo goed opgevoed" vertelt Ortwin trots. Daar zijn wij inderdaad getuige van. Beide Willums zouden nooit zomaar de stoep aflopen. Toen de "oerhond" op sterven lag, in 1988, kwam een tiental ex-bewoners midden in de nacht spontaan het bed uit om hun geliefde hond tijdens zijn laatste uurtjes liefdevol naar het hiernamaals te begeleiden. Ze hielden een pootje vast toen de dierenarts hem een spuitje toediende. Een paar dagen later stroomden van heinde en ver de familieleden toe om hun trouwe viervoeter de laatste eer te bewijzen. Grote mannen vergoten tranen, groeven een diep gat in de achtertuin waar zij hun makker aan de aarde teruggaven, in een speciale kist in geelrode Willum kleuren, met medeneming van de fax van een ex-bewoner die verhinderd was wegens verblijf in het buitenland.
Een marmeren gedenksteen completeert het geheel. 
    Na afloop van de droevige ceremonie werd er, geheel in stijl, een drankfestijn 
    ontketend, waar de buren geen brood van lustten. 
  
Gedenkwaardig zijn ook de lustra die het huis elke 
    vijf jaar organiseert ter ere van Willum, voor alle familieleden en buurtgenoten, 
    al dan niet met hond, in het Wilhelminapark. Willum zelf, getooid met een 
    gestreepte huisdas, in de kleuren rood en geel, paradeert als een waar corpsbeest 
    tussen de gasten.
    
    Willum II loopt nu al weer een tijdje mee, maar zijn eerste lustrum moet nog 
    plaatsvinden. Zonder hond is de familie niet compleet.
  
Casino
    Een opmerkelijke activiteit die Huize Willum ontplooit is het in 1988 opgerichte 
    Casino, waarmee de bewoners een leuk zakcentje opstrijken. Ook hier is sprake 
    van een bindende factor. Op het Mauritsstraatfeest in 1999 hebben zij de buurt 
    van hun Black Jack spel laten kennisnemen en op vele andere besloten gelegenheden 
    maken zij hun opwachting. De Oost-Duitse bus doet daarbij dienst als handig 
    vervoermiddel.
  
Rondleiding
    Tijdens onze ronde door het huis krijgen we een kijkje in de "keuken". 
    Over het algemeen valt de rommel ons mee. 
De bovenste verdieping herbergt vier kleine kamers, 
    voor de huisjongsten, maar riant genoeg voor een aankomend student. De prijzen 
    van alle kamers zijn gelijk: ± 200,- à 235,- euro, alles inbegrepen, 
    zelfs het abonnement op de Donald Duck, de Playboy en Canal +. De gangen liggen 
    bezaaid met strengen kabels. Er is ADSL aangelegd en iedereen kan ongehinderd 
    24 uur per dag internetten. Het ontbreekt de heren aan niets.
    
    
    
    De wc's zijn van onder tot boven volgeplakt met knipsels en uiteraard foto's 
    van ontkleed vrouwelijk schoon. Quirijn wil ons daar snel weg hebben: "Het 
    stinkt er nogal", zegt hij verontschuldigend. (Ik besloot onmiddellijk 
    mijn aandrang nog even te bewaren tot thuis).
  
De middelste verdieping beschikt over mooie ruime kamers met balkon, waar o.a. de huisoudste zetelt gelijk een prins. Verder heeft deze etage het voordeel dat de kamers niet als zoete inval dienstdoen. Op deze verdieping is tevens de douche. De keuken beneden is vies, stoffig en rommelig.
In een hoek aan de muur hangt een verzameling smerige 
    bierpullen, waarin gekerfd de namen van alle oude en huidige bewoners. Bij 
    de reunieën gebruikt ieder zijn eigen pul. De kleine ruimte biedt volgens 
    Quirijn toch plek aan acht eters.
  
Uitspattingen
    Behalve de positieve verhalen zijn we uiteraard nieuwsgierig naar de studentikoze 
    uitspattingen van de heren. We verwachten sappige verhalen, geheel beantwoordend 
    aan de last die dit huis vanaf den beginne aan de buurtbewoners bezorgt. We 
    kunnen ons nog heugen dat de brandweer op een avond was uitgerukt omdat de 
    knapen weer eens een vuurtje in de tuin meenden te moeten stoken dat gevaarlijk 
    uit de hand liep, tot grote ontsteltenis van de omwonenden. Een andere keer 
    is de achterkamer beneden uitgebrand, omdat ex-bewoner Jeroen, bijgenaamd 
    Kokkie en tegenwoordig een brave huisvader, woonachtig in de Mauritsstraat, 
    een brandende sigaret in zijn jas had laten vallen en zonder het te merken 
    gewoon naar bed was gegaan. Toen anderen de brand ontdekten en actie ondernamen 
    lag Jeroen boven op zijn bed, en sliep door het hele voorval heen. Quirijn 
    mag met instemming van Thijs (Djeems) verhalen over die ene keer dat hij in 
    zijn nakie 's morgens vroeg vanuit de dakgoot naar beneden pieste, in zijn 
    slaap welteverstaan. Het bier van zijn nachtelijke escapade, die duurde tot 
    in de vroege uurtjes, was nog rijkelijk aanwezig in zijn blaas. Buurman Frank 
    Bakker, die juist met zijn schilder in gesprek was, raakte even van zijn stuk, 
    maar ze hielden het gelukkig droog.
    Meer wandaden vernemen we niet uit hun mond. Daarvoor moeten we toch echt 
    bij de buren aankloppen. Hannie Koolhof schudt met gemak het ene na het andere 
    voorval uit haar mouw. 
Van de wekelijkse huisfeesten die tot diep in de 
    nacht voortduurden, waarbij de vloeren een aantal huizen verder nog meetrilden 
    van het gehos, tot barbecue partijen op het dak (zelfs met Willum 1 erbij), 
    tot smijtpartijen vanaf het balkon (hele kratten bier), urineren in voortuintjes 
    en door brievenbussen, nachtelijke ruzies. "Soms, als het lawaai me teveel 
    werd liep ik het huis binnen en draaide ik eigenhandig de stoppen eruit. Dat 
    werkte. Regelmatig hebben we de politie gebeld en een enkele keer de brandweer. 
    Trouwens, veel mensen hebben actie ondernomen. Wij waren niet de enige." 
    Ook bij de Stichting Studentenhuisvesting (SSH) hebben omwonenden meerdere 
    malen aan de bel getrokken.
  
SSH
    Quirijn vertelt dat ze nog recent met een aantal buren bij de SSH om de tafel 
    hebben gezeten, naar aanleiding van boze telefoontjes. "Wij hebben daar 
    ook last van" zegt hij. In zijn ogen ging het gemopper voornamelijk over 
    oude koeien. Er zijn opnieuw keiharde afspraken gemaakt: Geen vuurtjes meer 
    stoken in de tuin, niet meer op het dak, feestjes niet te vaak en te laat, 
    etensresten niet buiten laten liggen, de hond mag niet onbewaakt op de stoep 
    (ook al doet Willum geen vlieg kwaad, toch durfde zelfs de postbode er niet 
    meer langs en waagt een buurjongetje zich niet op straat voor een partijtje 
    voetbal) en nog veel meer van dat soort regeltjes. Als ze zich daar niet aan 
    houden, wordt de huurvergunning ingetrokken en moeten ze het veld ruimen. 
    De SSH pakt het tegenwoordig strenger aan, dus Huize Willum zal zich wel moeten 
    gedragen. 
  
Buren
    In de prachtig tot woonwerkkamer verbouwde ruimte, die slechts middels een 
    éénsteensmuur is gescheiden van het trappenhuis van Huize Willum, 
    vragen we buurman Mark Otten wat hem en zijn partner Monique Ossen in hemelsnaam 
    ertoe heeft bewogen hun kostbare centjes in dit pand te investeren. Studentenvolk 
    sluipt nou eenmaal niet over een houten trap, maar bonkt energiek, minstens 
    twee treden tegelijk nemend, en verplaatst hun loodzware lijf in het holst 
    van de nacht, naar boven, onderwijl luidruchtige dronkemanstaal uitslaand. 
    Volgens goed gebruik worden huisbewoners, die toevallig al op bed lagen, even 
    "gekeerd". Daar zal je maar naast liggen te slapen. Mark: " 
    Toen we in 1999 op zoek waren naar een huis in Utrecht, was er nou eenmaal 
    niet zo gek veel te kiezen. Je mocht blij zijn als je überhaupt de kans 
    kreeg op een huis in deze buurt te bieden." Ze vielen helemaal voor de 
    Mauritsstraat, sinds ze op een onbewaakte dag in de zomer van 1999 vanuit 
    Eindhoven waren overgewipt om een wandelingetje door deze buurt te maken en 
    midden in het gedenkwaardige straatfeest belandden. Hier moest het wel erg 
    gezellig zijn, concludeerden zij. 
  
Geluidsoverlast
    Tot september 2001 hebben ze weinig last ondervonden van de studenten. Met 
    het begin van het studiejaar trad een nieuwe lichting aan en sindsdien valt 
    het hun zo nu en dan erg zwaar. Monique: "Ik heb meedere malen op het 
    punt gestaan ons huis weer in de verkoop te gooien." Marc:"Geluidsoverlast 
    is iets waar niets tegen valt te beginnen. Vooral 's nachts kun je geen kant 
    uit." 
    
    Dichtslaande deuren, geschreeuw en geren door het huis, luide muziek of videogames 
    hielden en houden hun regelmatig uit de slaap. "Als we dan even bellen, 
    houden ze meestal wel onmiddellijk op, maar het is kennelijk ingewikkeld te 
    onthouden." Corpsstudenten hebben nou eenmaal een slechte reputatie op 
    alcoholgebied. In dat opzicht worden ze wel "het tuig onder de studenten" 
    genoemd. Dat was in het verleden zo, en is ook nu nog steeds het geval. Drank 
    is de grote boosdoener (maakt meer kapot dan je lief is
). Zowel Hannie 
    Koolhof als Marc benadrukken: "Het zijn stuk voor stuk beslist aardige 
    jongens, als ze niet dronken zijn." Een patroon dat zich schijnt te herhalen 
    is dat de oudere bewoners, als ze moeten blokken voor tentamens, of co-schappen 
    en stages gaan lopen, genoeg beginnen te krijgen van het jonge-honden gedrag 
    van hun broeders. Een voormalige huisoudste is zelfs voortijdig om deze reden 
    het huis ontvlucht. Opvallend is het dan wel dat bij gelegenheden waar de 
    gezelligheid echt uit de hand loopt er meestal oud-bewoners op bezoek zijn. 
    Eenmaal gesetteld willen ze graag nog even bomen over die goede ouwe tijd.
    De geluidsoverlast in de tuin, alsmede de stank door het stoken van fikjes 
    vormt een probleem apart. Dit gaat zelfs zo ver, dat buren op warme zomeravonden 
    zich genoodzaakt voelen binnen te blijven en ramen en deuren te sluiten. Mark: 
    "Op een gegeven moment werd ik zo sensitief dat bij het eerste gerinkel 
    van een flesje, zo aan het einde van de middag, de adrenaline bij mij al begon 
    te stijgen." "Een woonbuurt is eigenlijk een ongeschikte plek voor 
    dit soort studentenhuizen", concludeert hij. En, de huizen in onze buurt 
    zijn dan wel prachtig, maar bouwfysisch zijn ze een ramp. De gehorigheid is 
    extreem.
  
Mauritsstraat
    Ortwin Fixe, al drie jaar het huis uit, gesetteld, een goede baan, belooft 
    ons: "Over een aantal jaren woon ik hier weer in de straat."
    
    Wij: "Dan moet je nog wel even flink carrière maken." Het 
    idee dat de Mauritsstraat straks bevolkt wordt met oud bewoners van Huize 
    Willum. Allemaal een herder natuurlijk. Toch een tikkeltje abnormaal, die 
    verknochtheid aan deze straat. Maar wat zullen er hier dan welopgevoede kinderen 
    en honden rondlopen. Zullen zij zich ook gaan ergeren aan de overlast die 
    de corpsballen de buurt bezorgen? We kunnen dit voorleggen aan Jeroen Aardoom, 
    alias Kokkie, een oude telg uit de "familie" die, met zijn gezin, 
    een pand in de straat heeft betrokken. Een voormalig studentenhuis, dat Jeroen 
    en zijn vrouw Joke na aankoop compleet hebben gestript en daarna volledig 
    in oude stijl hebben hersteld. Jeroen: "ik zou er nu niet over piekeren 
    om vlak naast een studentenhuis te gaan wonen, maar ik zou mijn tijd in Huize 
    Willum voor geen goud hebben willen missen. En ik heb er een paar vriendschappen 
    voor het leven aan overgehouden." Het is puur toeval dat hij weer in 
    deze straat is beland. Het had bij wijze van spreken ook de "Buys Ballotstraat" 
    kunnen zijn. De huidige bewoners ziet hij nauwelijks, heeft moeite de juiste 
    namen bij de bijnamen op te sommen. Hij komt de jongens tegen op bruiloften 
    en op de tweejaarlijkse kerstdiners. Evenals andere oud-huisgenoten staat 
    hij in voorkomende gevallen wel eens klaar met een advies. De jongens hebben 
    hem wel geholpen met de verhuizing. 
"Maar als ik nu langs het huis loop en ik 
    zie door het raam de volle asbakken, de afgekloven stukjes pizza, de stapels 
    kleren, dan is het een "ver-van-mijn-bed-show" geworden." Zijn 
    prachtige, leeg ingerichte, woonkamer, waar nog geen voorwerp zomaar nodeloos 
    rondslingert, bevestigt dat beeld.
  
Maliestraat
    Zijn eigen verblijf in Huize Willum viel gedeeltelijk samen met de verbouwingsperiode 
    van het pand. In 1991 heeft de SSH het huis van onder tot boven grondig gerenoveerd, 
    terwijl Jeroen en zijn kompanen een prachtig pand in de Maliestraat mochten 
    bewonen. Als buren spraken we er toen schande van dat de SSH de studenten 
    jarenlang hun gang liet gaan, en daarna alle schade weer netjes liet herstellen, 
    teneinde voor de heren een nieuw paradijsje te creëren. Jeroen is toen 
    niet meer teruggekeerd naar Huize Willum. "Het jaar in de Maliestraat 
    was de mooiste periode van mijn studententijd. We waren allemaal losgeslagen 
    en voerden geen steek uit. 's Avonds gingen we naar de sociëteit tot 
    in de vroege ochtend. Daarna waren we ons nest voorlopig niet meer uit te 
    branden." Zijn studie Nederlands heeft hij destijds niet afgemaakt en 
    ten einde raad is hij maar in dienst gegaan: "Je gaat natuurlijk op een 
    gegeven moment beseffen dat het allemaal heel zinloos is." De studenten 
    die wel terugkeerden naar de Mauritsstraat hielden zich redelijk aan de nieuwe 
    afspraken met de SSH en stortten zich toch nog op hun studie. Na deze periode 
    zijn de excessen aanzienlijk afgenomen. Gelukkig is het met Jeroen helemaal 
    goed gekomen. Evenals de meeste andere "keurige" burgers van de 
    Mauritsstraat, bekommert hij zich nu om de parkeeroverlast in de straat en 
    misschien ook wel om de hondenpoep op de stoep. Een eigen "herder" 
    is vooralsnog niet aan de orde.
Tekst en foto's Pauline Brenninkmeijer
Nog wat romatische HW-foto's
| Bierschuldenlijscht | 
 
 | 
  
    Blazers van de boys
    Prins Djeems in de deurpost
    Al Pacino, een groot voorbeeld
    keukenklok & pannen
    Ketel en koffiemachine
    Het stickerraampje...???
    Nee, het is geen spiegel...
    Snoeren voor 't casino...

    Vriendin van de huisoudste
    Pablow (Douwe)
Met dank aan Ortwin Fixe