Open dag in Park Bloeyendael

Door Roy Beijaert

Deze laatste zondag van april houdt de Stichting Bloeyendael open dag in eigen park. De zon maakt af en toe plaats voor een mals buitje. Bij het hek van het Bloeyendaelpaviljoen wappert het rood-wit-blauw. Ernaast een bord met de tekst "Wij ijveren voor behoud natuurgebied Rijnsweerd-N".

Het toegangspad draait zich om een jeugdgeweldbestendige kunststof golfplaten wand.

Op het paviljoenterras treffen wij de houthakker. Bij navraag blijkt het te gaan om Jan Weggemans, de voorzitter van de Stichting Bloeyendael, niet te beroerd om op alle fronten even de handen uit de mouwen te steken.

Jan nodigt ons binnen. Daar brand de open haard. Bep Hartman, een vriendelijke dame in geblokt colbert, demonstreert aan de eerste bezoekers wat de Stichting zoal aan brochures en prentbriefkaarten te bieden heeft.

Gastvrijheid alom. Er staat meteen een dampende kop koffie voor ons klaar. En ja hoor, daar ligt de ontbijtkoek. We raken meteen in gesprek met Jan. Dat kost ons een berisping. "Heren, zo wordt uw koffie koud". We moeten onze nieuwsgierigheid dus nog even bedwingen.



Nippend van mijn hete bak snuffel ik wat rond. Drie bezoekers verdiepen zich in de brochures. De rest staat al buiten en Jan, handen in de zakken, kijkt tevreden toe. Hier binnen hangen banieren met uitleg over de natuur om ons heen. Een prachtige maquette in perspex vitrine demonstreert de inrichting van een diervriendelijke tuin. Langs de wand een uitstalling met de woningbouw der dieren in ceramiek. Zo zie ik rijtjeswoningen voor mussen, dakpanwoningen voor spreeuwen,

maar ook een prachtige villa voor de egel. Een bepaald niet schuw exemplaar heeft haar intrek al genomen.

Buiten demonstreert Bloeyendaels levensechte imker, Theo de Ronde, hoe men een vleermuizenwoning openklapt.

Even verder de woonwijk van het bijenvolk. Het is hier absoluut een plek om uren rond te hangen, zeker als de zon schijnt.

Maar genoeg gedraald. Jan kondigt aan dat het de hoogste tijd is voor zijn rondleiding door het natuurpark. We hebben nog geen tien meter gewandeld of Jan draait zich om en begint te vertellen. "In de winter van 1976 is het Park Bloeyendael aangelegd, boven op de resten van de voormalige Johannapolder. Het park is, met al haar uitlopers, een kleine tien hectaren groot. In 1990 dacht de gemeente het park om te toveren in een Utrechts Manhattan, met tientallen kantoortorens al la Fortisflat. Hierbij moesten ook de volkstuinen achter Bloeyendael sneuvelen. Maar de Utrechters zijn niet gek. In korte tijd ontstond de actiegroep Bloeyendael. Duizenden handtekeningen belandden op het Stadhuis. De Stichting Bloeyendael kwam tot leven en het park bleef behouden". Na dit stukje geschiedenis wijst Jan ons op de bijzondere 'bloemrijke bermen en stroken'. We leren hoezeer tweemaal per jaar maaien op nauwkeurig vastgestelde tijden de bloemenpracht stimuleert. "Vaak kort maaien geeft paardebloemen, niet maaien geeft brandnetels". Daartussen ligt de waarheid. Dan toont hij ons de wallen met daarop de prachtige Meidoorns. En natuurlijk de bijzondere waterpartijen.

We lopen naar de eerste waterpartij en daar overdondert de natuur ons al. Een Fuut, met op haar rug twee zebrajongen.

We lopen langs de haag van de heemtuin die bij het paviljoen ligt.

Jan wijst ons op een berg met takken, bladeren en plaggen. "Kijk, zo maken wij een schuilplaats voor ringslangen en kijk, dat is de kievitsbloem en die takkenbos daar en dat andere groenafval, daar zit het winterkoninkje graag tussen".

"We hebben hier in Bloeyendael honderd nestkastjes opgehangen. Ze worden voornamelijk bewoond door koolmezen en pimpelmezen. Soms wordt zo'n nestkastje opengehakt door de kleine bonte specht en dan maken wij er weer een metalen plaatje voor". "Die populieren, zoals waar dat nestkastje F5 aanhangt, die groeien buiten proporties. Populierenhout is erg broos. Dus bij een beetje storm vallen die enorme takken met veel geraas naar beneden. Niet iedereen is het met ons eens, maar wij vinden toch dat die populieren allemaal om moeten. Vooral de peppels waar de onderste takken steeds zijn afgezaagd schieten de lucht in en worden zo topzwaar. Een hoop zijn er al geveld. Op de lege plekken planten we jonge wilgen".


Jan Weggemans legt uit...

Jan vertelt ons hoe veel waterpartijen moesten worden uitgebaggerd. "Kijk, die ondiepe sloot kunnen we niet uitbaggeren. Onder de bovenste laag schone bagger ligt het vervuilde slik van lang geleden. Als je daar de diepte ingaat kom je op een verontreiniging in de categorie drie en vier. Het verwijderen is voorlopig onbetaalbaar, dus laten we het maar liggen. Sommige paden hier zijn gefundeerd met hoogovenslakken. Als je daar een monster neemt kom je dus metalen tegen en niet elke milieuambtenaar snapt dat. Gelukkig hebben we hier behoorlijk schoon water. Van het Visinstituut Binnenvisserij hebben we een grote partij zoetwatervis betrokken. De beestjes tieren hier welig. Tenzij ze een reiger tegenkomen".

We ontmoeten een eend. Ze maakt zich extra breed om haar kuikens te verbergen en de hond op afstand te houden. Het werkt goed, we lopen verder.


Smeerwortel, Symphytum officinale

De zon kruipt weg en het begint zachtjes te regenen. We zijn er op voorbereid.

Jan wijst ons op de hoge meidoornwal langs de busbaan. De wal is in de oorlog aangelegd om tanks tegen te houden. Een stel suffe gemeenteambtenaren wilde de wal weer kaal maken omdat dat in de oorlog toch ook zo was. De Stichting kwam in opstand en de meidoorns bleven. Weggemans vertelt ons verder hoe de Stichting heeft geknokt tegen de pogingen van de gemeente om de busbaan met een veel kortere bocht door Bloeyendael te laten steken. Uiteindelijk ligt de busbaan nu zo ruim mogelijk om Bloeyendael heen. De winst: honderden bomen, een grote lap grond en een prachtige waterpartij.

Er komt een bittere trek in Jan's gezicht wanneer hij vertelt over de jongens van veertien/vijftien jaar die bij herhaling de informatievitrines van het park hebben stuk geslagen. "Het is erg vervelend. Elke keer proberen we betere vitrines te maken. Maar die jochies weten van geen ophouden. We hebben een paar keer 's avonds op de uitkijk gezeten. Sommige branieschoppers kennen we inmiddels van gezicht. We kennen zelfs een paar ouders. Een aantal van de jongens komt uit Lunetten. Maar zolang wij geen bewijzen hebben maken we niets. De politie heeft het druk met grotere misdaad. Toch gaan we weer nieuwe vitrines neerzetten. Een beetje in de stijl van de vitrines in het Wilhelminapark".

We lopen langs het veld waar winterrogge, vlas en gierst is gezaaid. "Het graan wordt gegeten door veldmuisjes en daar komt de torenvalk van de begraafplaats op af. We zien hier nu ook elk jaar een paar buizerds naartoe trekken. Daar verderop heb je de stapel stenen waar zich dan weer allerlei leuke plantjes tussen nestelen.


Daslook, Allium ursinum

Bij de stuw laat Weggemans ons zien hoe de vrijwilligers de knotwilgen om-en-om hebben geknot. "Dan zijn ze niet allemaal tegelijk kaal. Kijk die voorste is net geknot, maar die daar achter heeft zijn takken nog. Die doen we dan volgend jaar en dan houdt de voorste wilg weer zijn tooi". We lopen nog even verder naar de waterlelieplas. "Dit is prachtig helder water".

We zijn weer toe aan een bak koffie en belanden ten tweede male in het Bloeyendaelpaviljoen. Na de koffie lopen we met Theo de Ronde naar zijn bijenvolk. Met liefde buigt hij zich over de kasten. "Het is vandaag wat miezerig weer", zegt hij. "Dan kunnen ze wel eens wat humeurig zijn".

Toch ziet het er niet naar uit dat Theo op afstand blijft. Met een wolk honingzoekers om zijn hoofd laat hij zien hoe sommige van de werkers knalgele bolletjes stuifmeel met zich meedragen. Ook uw verslaggever buigt zich voorover tot vlak boven de ingang van een der kasten. Een leuke foto is toch wel een steekje waard?

 

 

Op 25 mei, 29 juni, 31 augustus en 28 september houdt de Stichting Bloeyendael wederom open dagen
van 13.00 tot 17.00 uur.

Voor inlichtingen kunt u bellen naar 030 2544166 of
mailen naar bloey@ndegroen.demon.nl

Voor vrijwilligerswerk kijk hier verder>>>