Wilhelminaparkvijver by night...

 

Wilhelminapark

Doktoren schijnen er erg graag te wonen:
het grote aantal bijna-dode mensen;
verpleegsters en studenten, slechtgevoed;
het chronische gebrek aan levensmoed.

Huizen vol wachtkamers, met op de tafel
een jaargang van 'De Autokampioen'.
In serres gaan azalea's stil dood,
in erkers mensen achter glas-in-lood.

Maar 's zomers bloeien rozen in de tuinen;
de kinderwagens deinen in het licht;
de zuster krijgt wat kleur op haar gezicht.

De lauwe avond: licht brandt in het theehuis,
tot in de nacht de laatste bruiloftsgast
zwak lallend in de rozenperken plast.

Arie Niemeijer

uit: Leed in de provincie, Vava, Utrecht 1977
Ook opgenomen in: Utrecht. De stad in gedichten. Samenstelling Henk van
Zuiden. Uitgeverij 521, Amsterdam 2002

 

Straatlied Mauritsstraat
(op de wijs van: Lili Marleen)

Oostelijk in Utrecht
bij het stadion
ligt een aardig wijkje
een soort van bastion
Achter het park daar moet je zijn
een smalle straat maar toch niet klein
dat is de Mauritsstraat,
m'n mooie Mauritsstraat

In die mooie huizen
leeft van alles wat
je kan zo gek niet denken
of 't heeft een plaats gehad,
vélen'woonden hier door de tijd
of keerden terug, vervuld van spijt
óver'hun oude Mauritsstraat,
die mooie Mauritsstraat

De straat ademt een stijl
van ingetogenheid,
niet zo erg uitbundig
maar stemmig op zijn tijd,
men'gaat hier vooral zijn eigen gang
en dat al 100 jaren lang
daar in die Mauritsstraat,
m'n mooie Mauritsstraat

Halverwege, echter,
waar de tent nu staat,
daar kruist onze Maurits
de Dillenburgstraat,
zij doen, al is het wat bedeesd,
toch ook hier mee, al op het feest,
van onze Mauritsstraat,
m'n mooie Mauritsstraat

Nu genoeg gezongen
over onze straat,
wij gaan door met feesten
want straks is het te laat,
dan stappen w' in een nieuwe eeuw
dus tijd nog voor een laatste schreeuw:
hou vol oh Mauritsstraat,
m'n mooie Mauritsstraat (bis)